10 feiten over multitasking

Over multitasking bestaan meerdere misvattingen en mythen, zoals dat vrouwen beter kunnen muiltitasken dan mannen, dat multitasking iets van de nieuwe tijd is, of dat je effectiever en productiever kan werken als je bezig bent met multitasking. Hier 10 feiten die een aantal misvattingen kunnen recht zetten en sommige mythen kunnen ontkrachten.

  1. De benaming multitasking is ontstaan in de computerwereld en betekent dat verschillende computerprogramma’s tegelijkertijd uitgevoerd worden, gebruikmakend van dezelfde processor. Hoewel ons brein qua complexiteit, snelheid en vermogen nog steeds een computer ver overstijgt, is multitasking iets wat een computer wel kan, maar ons brein niet, tenminste….

  2. Ons brein kan niet multitasken als het om verschillende ingewikkelde processen gaat, die allemaal onze bewuste aandacht nodig hebben. Gaat het om automatische/routinematige processen dan kan ons brein geweldig multitasken. Het woord multitasking is wel een recent bedenksel, maar de handeling zelf niet. De mens is altijd al bezig geweest met multitasking: verzamelen van voedsel en opletten voor een vijand, een huis metselen en zingen, een gesprek voeren en paardrijden. Dus verschillende handelingen uitvoeren, waarvan minstens één volledig is geautomatiseerd, kan wel.

  3. Daardoor ontstaat de misvatting dat we altijd en bij elke activiteit kunnen multitasken. Om te kunnen overleven zijn er veel handelingen die we in het dagelijks leven nodig hebben, geautomatiseerd. Daarom kan ons lichaam duizenden routines uitvoeren zonder dat we daar bewust over moeten nadenken. We kunnen best een koekje eten als we lopen. Maar een kindje dat nog leert lopen, kan dat niet. Bij een kindje van ongeveer een jaar is lopen nog niet geautomatiseerd en heeft de volle aandacht van zijn denkende brein nodig, dus bied je hem een koekje aan dan zal hij gaan zitten om lekker van het koekje te genieten.

  4. Een activiteit die bewuste aandacht nodig heeft zoals schrijven, een telefoongesprek voeren, iets nieuws leren, kunnen we weliswaar combineren met een volledig geautomatiseerde activiteit zoals lopen, eten of fluiten. We kunnen het echter niet tegelijkertijd uitvoeren met een andere activiteit die bewuste aandacht nodig heeft. Het is niet slim om te fietsen op een drukke weg en appen, of meedoen aan een videovergadering terwijl we met 130 km per uur over een snelweg rijden.

  5. Veel mensen denken dat ze dat wel kunnen. De onderzoeken hebben echter aangetoond dat het brein de taken niet tegelijkertijd uitvoert, maar is steeds aan het switchen tussen de opdrachten. Zelfs als we een routinematige taak uitvoeren is het slim om het werkende brein niet met te complexe taken te belasten. Vooral als een routinematige taak tot gevaarlijke situaties kan leiden, zoals bijvoorbeeld autorijden. Want als we onverwachte situaties (plotselinge mist, file of een ongeluk) tegenkomen zullen we handelingen moeten uitvoeren die niet meer tot aangeleerde routine behoren. Daarom is de kans op een ongeluk acht keer groter als we bellen (zelfs handsfree) tijdens het autorijden. Sms-en of appen tijdens het rijden, maakt de kans op een ongeluk zelfs 23 keer groter.

  6. Als we een taak uitvoeren zoekt ons brein in de databank en kennisbank naar opgeslagen ervaringen, kennis en andere belangrijke informatie die voor het uitvoeren van de taak belangrijk kan zijn. Dat neemt bijna alle capaciteit van het werkgeheugen in beslag. Dus als we twee taken tegelijkertijd uitvoeren dan moet het brein steeds eerst alle data- en kennisdossiers opruimen en op zoek gaan naar andere relevante dossiers en bestanden. Dat opruimen en zoeken, terwijl tegelijkertijd ook nieuwe informatie verwerkt moet worden, kost tijd en energie. Veel meer tijd en energie dan als we ons op het uitvoeren van één taak concentreren.

  7. Bij veel en vaak wisselen tussen de taken (vooral als het verschil tussen de taken groot is) heeft het brein nog geen tijd gehad om de informatie in het ‘archief’ op te slaan, dat betekent dat we bij het hervatten van de taak helemaal opnieuw kunnen beginnen. Onderzoekers concluderen dat als gevolg hiervan een taak, als gevolg van multitasking, vier tot tien keer meer inspanning vraagt, de persoon sneller fouten zal maken, informatie sneller zal mis-interpreteren en de oplossingen zullen minder creatief zijn, dan als we de taken achter elkaar uitvoeren.

  8. Dat is bij alle mensen gelijk, zowel mannen als vrouwen, daarom heeft nog geen enkel onderzoek kunnen bewijzen dat vrouwen beter kunnen multitasken dan mannen.

  9. De productiviteit door multitasking gaat dus omlaag en niet omhoog. Multitasking kost tijd, energie en veroorzaakt heel veel stress.

  10. Nog steeds niet overtuigd. Doe dan mee met dit filmpje:

Homo digitalis

Tijdens de evolutionaire ontwikkeling van de mens is in de periode van ‘slechts’ drie miljoen jaar de schedelinhoud meer dan verdrievoudigd. De toename van onze hersengrootte tijdens de evolutie kwam door een toename van het aantal bouwstenen, de hersencellen (neuronen) en hun verbindingen. Het onderzoek van de laatste decennia heeft ook aangetoond dat het menselijk brein ontzettend plastisch is. Dit betekent dat het brein zich gemakkelijk aanpast aan de omgeving en veranderende situaties.

Of er door de overmaat aan technologie binnenkort een nieuw mensensoort met een aangepast brein tussen ons loopt is nog niet zeker. Wel lijkt het erop dat het brein zich probeert aan te passen aan de omgeving vol met sociale, visuele en informatieve prikkels. De smartphone is er relatief gezien nog niet zo lang, maar zorgt nu al voor grote veranderingen in de neurobiologie van het brein en gedrag. Daarom zal de mens ooit wellicht in staat zijn om te multitasken – maar nu nog niet!

Wilt u meer weten wat hyperconnectiviteit en multitasking met uw hersenen doet en hoe je eraan kunt ontsnappen? Lees dan het boek van Theo Compernolle Ontketen je brein