Duurzame inzetbaarheid

Duurzame inzetbaarheid staat hoog op de agenda van overheden, werkgevers- en werknemersorganisaties omdat werknemers steeds langer door moeten werken en inzetbaar zijn in een steeds sneller veranderende werkomgeving. Dat oefent een grote druk uit op hun competenties, gezondheid, motivatie en werkvermogen. Een HR professional wordt voor een uitdaging gesteld om werknemers gezond, gemotiveerd en productief aan het werk te houden. Dat vraagt om een op leeftijdsfase gericht beleid met aandacht voor  welzijn en employability van niet alleen oudere, maar ook jonge werknemers.

De onderzoekers zijn het duidelijk met elkaar eens: werk moet waarde toevoegen, enerzijds voor de organisatie, anderzijds voor de werknemer, om duurzaam te zijn!

Aandacht voor duurzame inzetbaarheid is goed voor de werknemers en winstgevend voor de organisaties. Investeringen in duurzame inzetbaarheid leveren namelijk de werkgever competente, fitte en gemotiveerde werknemers op, die optimaal bijdragen aan een flexibele en productieve organisatie. Tegelijkertijd maken deze investeringen het de werknemer mogelijk om aansluiting te houden met de arbeidsmarkt. Medewerkers zullen dus langer doorwerken als ze dat kunnen, en hier de mogelijkheid voor krijgen.

Op deze site vindt u de bevindingen uit de wetenschap samengevat in een korte uitleg over duurzame inzetbaarheid. In de vorm van casussen zijn een aantal onderzoeken vertaald naar de praktische oplossingen, en in de praktijkbox kunt u nog meer tips en gereedschap vinden om mee aan de slag te gaan.

Heeft u vragen over uw praktijksituatie dan kunt u mij bereiken via contactformulier of 06-51723435

Casussen

Hoe oud is oud

Wat zegt de kalenderleeftijd over ons vermogen om te leren, werken en zich verder te ontwikkelen? Is het slim om de kalenderleeftijd te gebruiken als een homogene maat om de inzetbaarheid van medewerkers te voorspellen? Of schuiven we op die manier waardevolle, slimme en ambitieuze medewerkers aan de kant?

Inzetbaarheid, een kwestie van fit

Al een tijdje merkt John dat hij slecht slaapt, hij wordt steeds vaker zonder reden geïrriteerd en hij kan steeds moeilijker de energie opbrengen om de taken, die vereist zijn voor zijn functie, uit te voeren. Wat is er aan de hand?